Fernando Sor (Barcelona, 13 februari 1778Parijs, 8 juni 1839) was een Spaans gitaarvirtuoos, muziekleraar en componist. Sor wordt gezien als een van de belangrijkste componisten van gitaarmuziek.

Hij kwam uit een welvarende familie van militairen en zou in zijn vaders voetsporen treden, ware het niet dat zijn vader hem de Italiaanse opera leerde kennen. Hij ging daarop muziek studeren. Sors vader introduceerde zijn zoon niet alleen in de opera, hij leerde hem ook de gitaar kennen. De gitaar was in die tijd een instrument dat in kroegen gespeeld werd en niet in grotere ensembles gebruikt werd. Sor studeerde muziek in het benedictijner klooster van Montserrat nabij Barcelona.

In 1808, met de inval van Napoleon Bonaparte, schreef hij nationalistische muziek voor de gitaar met daarbij vaak patriottische teksten. Hij accepteerde een baan bij de overheid en besloot in 1813 Spanje te verlaten wanneer de Fransen Spanje verlieten. In Parijs kreeg hij in kunstkringen een reputatie voor zijn virtuositeit op de gitaar. Hij ging door Europa toeren in het concertcircuit. In 1827 stopte hij hiermee en trok zich terug in Parijs. Veel van zijn werk dateert uit deze periode.

Het laatste werk van Sor is een requiem voor zijn in 1837 overleden dochter. Die heeft hij slechts enkele jaren overleefd. Hij ligt begraven op het kerkhof van Montmartre.

Sor had veel leerlingen en heeft veel voor hen geschreven. Zijn “grands duos” zijn hiervan de bekendste illustratie: ze omvatten twee partijen, een voor de meester en een voor zijn leerling. Van zijn hand zijn daarnaast ook opera, balletmuziek, kerkmuziek en veel gitaarmuziek bewaard gebleven.

Voor de Spaans-taligen: Información sobre el guitarrista Fernando Sor

Bert Kwakkel’s leven kende in 1954 een tamelijk ongewone start. Hij werd de 50.000ste inwoner van Deventer. Dat betekende een groot feest in de stad. Bert kwam de eerste dag van zijn leven op televisie.

De gitaar speelde een belangrijke rol in de Kwakkel-familie. Omdat Bert’s vier broers het gitaarspelen veel sneller onder de knie kregen, besloot hij in 1971 zijn eerste gitaar te bouwen. Al snel bleek dat hij hier talent voor had. Acht jaar later zegde hij zijn baan als tekenaar bij het Kadaster op en werd voltijds gitaarbouwer.

Bert Kwakkel ontwikkelde zijn eigen stijl van bouwen, lakken en niet te vergeten van geluid. Zijn onophoudende drang om zijn instrumenten te verbeteren, resulteerde in een uniek zangbalkjes-systeem. Deze bouwwijze biedt de gitarist een uiterst comfortabele gitaar met een krachtige en uitgebalanceerde toon.

Otto Vowinkel  is een begrip in de klassieke gitaarwereld; een gerenommeerd luthier met klanten over de hele wereld. Hij is een bouwer met oog voor detail en een sterke voorkeur voor traditioneel gebouwde gitaren. Zijn gitaren zijn licht gebouwd en makkelijk bespeelbaar. Ze kenmerken zich door een maximale projectie en een groot volume. Ze zijn feilloos afgesteld, gelijkmatig in kleur en klank en perfect geïntoneerd. Hij gebruikt Canadees ceder of Europees fichte voor het bovenblad en verschillende soorten palissander voor de zijkanten en het achterblad. Ook gebruikt hij, met zeer goed resultaat coco bolo. Zijn concertgitaren zijn geheel met schellak gepolitoerd. Zijn studiemodellen worden onder zijn supervisie in Spanje handgebouwd.

Stevie Ray Vaughan (Dallas (Texas), 3 oktober 1954Chicago (Illinois), 27 augustus 1990) was een Amerikaanse blueszanger en -gitarist.Geïnspireerd door zijn oudere broer Jimmie begon Stevie Ray reeds op jonge leeftijd gitaar te spelen. Hij bleek erg getalenteerd en speelde al snel in een aantal lokale bandjes. In 1972 stopte Vaughan met studeren om zich volledig te kunnen concentreren op muziek. Stevie Ray wist niet goed wat hij voor carrière wilde; naar eigen zeggen was muziek zijn enige uitweg. Daarom verhuisde hij naar Austin, Texas en werd daar beroepsartiest. Lees verder klik hier .

Luis de Milán (geboren omstreeks 1500 – overleden in 1561 of misschien ook later) was een Spaanse Renaissancecomponist, vihuelista, en auteur over muziek.

Hij was de eerste componist in de geschiedenis die muziek voor vihuela de mano publiceerde. Dit instrument werd voornamelijk op het Iberisch schiereiland gebruikt en verder in enkele Italiaanse staten gedurende de vijftiende en zestiende eeuw. Milán was ook een van de eerste musici die, geformuleerd in woorden, specifieke tempoaanwijzingen voor zijn muziek gaf.

Hij schijnt in dienst te zijn geweest van het hertogelijke hof van Ferdinand van Aragón, hertog van Calabrië, en Germaine de Foix tot omstreeks 1538.

In 1535 publiceerde hij zijn eerste boek, een muzikaal gezelschapsspel, met als titel El juego de mandar.

Het volgende jaar publiceert hij wat zijn belangrijkste werk zal worden, Libro de música de vihuela de mano intitulado El maestro. Dit boek werd opgedragen aan koning Johan III van Portugal; deze opdracht en de zes villancico‘s die Milán in het Portugees schreef, zouden er op kunnen wijzen dat hij misschien naar dat land was gereisd en er een tijd heeft verbleven (of door de opname van deze werken en de opdracht juist op een betrekking daar had gehoopt). In tegenstelling tot de andere werken voor vihuela die in dezelfde periode worden gepubliceerd, bevat het werk geen bewerkingen van andere polyfone werken. Alle werken zijn volstrekt oorspronkelijk, van de hand van de componist. Het werk is verdeeld over twee boeken. Het boek is de eerste verzameling muziek die specifiek voor vihuela is geschreven. Het kan bedoeld zijn als een leerboek voor vihuelista’s. De muziekstukken werden ingedeeld naar complexiteit, zodat een beginnend vihuelista, naarmate zijn studie vordert, van stukken voor beginners kan overstappen naar geleidelijk moeilijkere stukken. De bundel bevat veertig fantasia‘s, zes pavanes, twaalf villancico’s, tiento‘s, romances en ook sonates (in de betekenis van zettingen van Italiaanse sonnetten) en andere stukken; enkele werken zijn bestemd voor vihuela solo en andere zijn voor vijf stemmen en vihuela. Verschillende ervan zijn bijzonder virtuoos, ofschoon niet alle ornamenten gedetailleerd staan aangegeven. De compositorische stijl varieert van eenvoudige homofonie tot polyfonie en virtuoos passagewerk en ongewoon chromatisme. Het lijkt erop dat het boek met de grootste aandacht werd voorbereid: alternatieve passages werden uitgewerkt voor spelers die de meer virtuoze partijen wensten te vermijden, delen van stukken werden aangegeven als optioneel en hij zorgde voor tekstuele tempoaanwijzingen, bijvoorbeeld ni muy apriessa ni muy a espacio sino con un compás bien mesurado (“noch te snel, nocht te traag, maar met een gematigde maat”). De helft van de villancico’s zijn in het Castiliaans Spaans en de andere helft in het Portugees.

Zijn laatste uitgave, El cortesano (1561), naar het model van Il Cortegiano van Baldassare Castiglione, geeft een levendig en onderhoudend beeld van het leven aan het Valenciaanse hertogelijke hof. Hoewel het geen muziek bevat, is het een waardevol verslag van een beroepsmusicus van die tijd.

Hij stierf waarschijnlijk in Valencia.

De muziek van Luis Milan is populair bij muzikanten die de moderne gitaar bespelen, omdat zijn muziek gemakkelijk voor dat instrument kan worden getransponeerd.

http://assets.rollingstone.com/assets/2014/article/jimi-hendrixs-early-recordings-as-a-sideman-to-get-proper-release-20140717/16186/_original/1035×807-20140717-jimihendrix-x1800-1405632282.jpgJames Marshall (Jimi) Hendrix (geboren als Johnny Allen Hendrix, Seattle, 27 november 1942Londen, 18 september 1970) was een invloedrijke Amerikaanse gitarist en singer-songwriter. Hij werd bekend door zijn virtuoze, flamboyante gitaarspel. Hij bracht een revolutie in het gitaarspelen teweeg door het gebruik van nieuwe akkoorden, feedback en vernieuwende opnametechnieken.
Zijn stijl was een creatieve, psychedelische verwerking van rock-‘n-roll, soul en blues invloeden.

Jimi Hendrix werd als Johnny Allen Hendrix geboren op 27 november 1942 om 10:15 ‘s ochtends, in Seattle, (Washington), en was van gemengde afkomst (Afro-Amerikaans, Cherokee en Iers). Nadat zijn vader, Al Hendrix, terugkwam van zijn dienstplicht in het leger, noemde hij zijn zoon ‘James Marshall Hendrix’, omdat Johnny de naam was van een man met wie zijn toenmalige vrouw was vreemdgegaan. Jimi’s moeder Lucille, die 17 was toen ze Jimi baarde, was danseres en verslaafd aan alcohol. Jimi woonde vaak bij familie. Kleine “Jimmy”, of “Buster”, zoals hij werd genoemd in zijn jongere jaren, was altijd erg verlegen en terughoudend. Hij groeide op in de achterbuurten van Seattle. Zijn moeder overleed op 2 februari 1958 aan de gevolgen van cirrose.

Van jongs af aan was hij weg van muziek. Al Hendrix, de vader van Jimi, betrapte hem er regelmatig op de bezem als gitaar te gebruiken. Dit zag hij nadat hij Jimi opdracht had gegeven de kamer te vegen, en na afloop tientallen twijgjes op de grond vond. Hierna besloot Al een ukelele voor zijn zoon te huren. Na een aantal maanden werd het steeds moeilijker voor Jimi’s vader om de rekeningen te betalen, zo ook voor Jimi’s ukelele. Aangezien Al Jimi’s plezier belangrijker vond dan het zijne, gaf hij het saxofoonspel (hij speelde toentertijd zelf sax) op. Zo kon hij een akoestische gitaar voor Jimi kopen, die inmiddels 11 jaar was. In zijn dertiende levensjaar kocht Jimi zijn eerste elektrische gitaar, een Supro Ozark 1560 S. Jimi gebruikte deze gitaar toen hij in zijn eerste bandje speelde, The Rocking Kings.

In 1961 verliet Jimi Hendrix zijn middelbare school om het leger in te gaan. Later, eenmaal beroemd, vertelde hij vaak aan de pers dat hij van school af was gestuurd, omdat de rector hem hand in hand had zien lopen met een blank meisje. Dit bleek, na navraag bij zijn oude klasgenoten en zijn vader, absoluut niet waar te zijn.

Jimi ging in dienst bij de luchtlandingsdivisie, die in het zuiden van de VS was gelegerd. Hier ontmoette hij in nabij gelegen cafeetjes veel muzikanten, onder wie Billy Cox, een bassist met wie hij later nog op het Woodstock-festival optrad en enkele singles opnam. Hendrix zag veel goede gitaristen aan het werk, die een grote indruk op hem maakten. Na veertien maanden in het leger in dienst te hebben gezeten werd hij ontslagen vanwege een gebroken enkel na een mislukte parachutesprong. Charles R. Cross, de schrijver van het boek A Room Full Of Mirrors (een biografie over het leven van Jimi Hendrix), beweert echter dat Hendrix zich voordeed als homoseksueel, en zo hoopte te worden ontslagen uit de luchtlandingsdivisie. Lees verder klik hier .

Silvius Leopold Weiss (Grottkau, 12 oktober 1687Dresden, 16 oktober 1750) was een Duits componist en luitspeler. Hij is geboren in Breslau als zoon van Johann Jacob Weiss, die eveneens luit speelde. Hij diende aan de hoven van Breslau, Rome en Dresden. Lang werd gedacht dat hij was geboren in 1686, maar recente bronnen doen vermoeden dat hij pas het jaar erna is geboren.

Weiss was een van de bekendste en technisch beste luitspeler van zijn tijd. Hij componeerde ook voor zijn instrument en heeft er zo’n 600 stukken voor geschreven. Veel van zijn werken zijn gegroepeerd in “sonates” (niet te verwarren met de klassieke sonates, die zijn gebaseerd op de sonatevorm) en suites die hoofdzakelijk bestaan uit barokdansen. Weiss schreef ook kamermuziek en concerto‘s, maar daarvan zijn geen voorbeelden bewaard gebleven. Later in zijn leven werd Weiss bevriend met Johann Sebastian Bach. Er wordt gezegd dat de twee het tegen elkaar hebben opgenomen in een improvisatiewedstrijd.

Robert de Visée (ca. 1655 – 1732/1733) was a lutenist, guitarist, theorbist and viol player at the court of the French kings Louis XIV and Louis XV, as well as a singer and composer for lute, theorbo and guitar.

Robert de Visée’s place and date of birth are unknown. He probably knew Francesco Corbetta and would have been familiar with his music. Fétis (1865, 365–66) claimed that he studied with Corbetta and this information has been repeated uncritically in later sources including Strizich and Ledbetter 2001. It is however unsupported by any documentary evidence (Charnassé, Andia, and Rebours 2001, p.21 ). He is first mentioned (by Le Gallois) in 1680, and at about that time became a chamber musician to Louis XIV, in which capacity he often performed at court. In 1709 he was appointed as a singer in the royal chamber, and in 1719 he was named “Guitar Master of the King” (Maître de Guitare du Roi) Louis XV, the ten-year-old great-grandson of Louis XIV who succeeded to the throne in 1715. Jean Rousseau reported in a letter of 1688 that he was a respected musician at Versailles, and also played the viol (Strizich and Ledbetter 2001). The last payment in his name in state documents is dated 1732. It is to be assumed that he died about that time (Charnassé, Andia, and Rebours 2001, p.25 ).

Visée published two books of guitar music which contain twelve suites between them, as well as a few separate pieces: Livre de guitare dédié au roi (Paris, 1682) and Livre de pièces pour la guitare (Paris 1686). He also published a collection of pieces for the theorbo and lute Pièces de théorbe et de luth (Paris, 1716); these are in staff notation rather than tablature and may also be performed as ensemble pieces. The contents of all three books are tabulated with incipits and concordances in Rebours 2000. He composed many other pieces for theorbo and Baroque lute (the bulk of which are preserved in the Saizenay Ms.)

Guitar player Ed Verhoeff (1966) belongs to the top jazz guitarists of the ‘new generation’ in the Netherlands. Ed started out playing guitar in various pop and blues bands. He then studied at the conservatories of Utrecht and The Hague where jazz music really sparked something in him. The continuous challenge of this boundless music has always kept his fascination and is still growing up until now. Today Ed finds himself in the jazz and world music circuit.

For more then two decades as a sideman Ed Verhoeff developed the style which De Gitarist in May 1999 described as ‘phenomenal technique, a beautiful sound of his own and harmonic depth. Besides that he is incredible versatile. (…)  He knows how to combine pop, jazz and rock and make it sound like a coherent whole.’

He started his own projects where he realizes his own musical ideas or shares the similar ideas with other musicians. And it is never mind whether he is looking for the more intimate, chamber-like sound full of melodies and sensitive playing as in the Duo Ed Verhoeff/ Paul Berner or the more powerful and intense sounds as in The Ed Verhoeff Band.

Those features makes him a wanted musician in jazz, pop clubs and theaters. He played with such musicians as John Abercrombie, Philip Catherine, Hein van de Geijn, Gerard Presencer, Rick Margitza, Ivan Lins, Lincoln Goines, Alex Acuna, Andy Narell, Martin Verdonk, Karim Ziad, Arthur Verocai and the Metropole Orchestra; In the theatre world with Izaline Calister, Mathilde Santing,, Ramses Shaffy, Madeline Bell and Julya Loco.

At the moment Ed is leading his own projects next to:

  • Has a featured spot in the famous jazz/latin band Nueva Manteca.
  • Is part of the Lucas van Merwijk’s Music Machine featuring the African bassplayer Manou Gallo
  • Is part of the Paul Berner band
  • Is a co-band leader in the band Batik with ECM recording artist Wolfert Brederode, Joost Lijbaart and Mark Haanstra.
  • Is part of the Izaline Calister Band

Gitarist Erwin van Ligten (Surabaya, 11 juli 1957) verleent jarenlang zijn diensten aan diverse artiesten en acts, waaronder Dizzy Man’s Band, Bertus Borgers, Barry Hay, Sue Chaloner, J.A.M. (Julya Lo’ko, Angela Groothuizen en Berget Lewis), Mathilde Santing, Frédérique Spigt, Chris Hinze, Astrid Seriese en Rob Wiedijk van The Bob Color. In 2006 verschijnt zijn eerste soloalbum Twisted Logic met gastbijdragen van o.a. Michel van Schie, Martino Latupeirissa en de Duitse cellist Stephan Braun. De plaat laat diverse genres horen: romantische melodieuze rock, country, blues, fusion en wereldmuziek geïnspireerd door o.a. Chet Atkins, Ry Cooder, Jackson Browne, David Lindley, Wishbone Ash, The Beatles, The Rolling Stones en gitarist Jeff Beck (aan wie de cd is opgedragen). In 2007 maakt Van Ligten deel uit de van de gelegenheidsformatie The Raw Feet Players. Op de cd Kroncong Baru (mei 2010) keert de gitarist samen met Julya Lo’ko terug naar zijn roots in Indonesië. Het duo gaat met het repertoire op tournee. In 2011 brengt hij samen met zangeres Micheline van Hautem een plaat uit met chansons van Jacques Brel. Met de band Page staat hij in 2012 op De Parade met blues, rock en soul. De bezetting van de band bestaat verder uit zanger Michel van Dijk (Alquin), Kim Haworth (drums) en Michael Peet (bas). Het programma Blues & Poetry, waar de gitarist samen met Astrid Seriese in januari en februari 2013 op theatertournee gaat, bevat liedjes van onder anderen Duke Ellington, Tom Waits, John Hiatt, Bessie Smith en Billie Holiday en nieuwe liedjes van het duo zelf, op poëzie van onder meer Carolyn Beard Whitlow.